Een trip naar Helgoland - deel twee

Helgoland is een ideale locatie voor wie rust en ontspanning zoekt. Het verkeer is er beperkt tot enkele elektrische taxi’s. Gezien de kleine oppervlakte van het eiland kan je eigenlijk alles gewoon te voet doen. 
Het eiland vormt het een ideaal broedgebied voor zeevogels en voornamelijk Jan-van-genten en Zeekoeten.
Het aantal per soort overstijgt gemakkelijk het duizendtal. Jan-van-genten broeden graag op kliffen. Je kan deze ook op vrij korte afstand benaderen. Dit wordt gelukkig beperkt tot aan de afrastering.
Het is vanzelfsprekend dat je niet probeert de vogels aan te raken. Je merkt duidelijk dat ze de menselijke aandacht gewend zijn, want ze blijven tot op een korte afstand rustig op hun nest broeden.
Deze kleine afgeschermde broedplaatsen vallen onder het natuurreservaat “Lummenfelsen” en zijn hierdoor de kleinste natuurgebieden ter wereld. De naam verwijst naar de Zeekoeten (Duits: Trottellummen), die op de hoge steile rotswanden (felsen) broeden. 
Zeekoeten, Drieteenmeeuw en Noordse Stormvogels broeden langs de smalle randen van de kliffen. Wanneer je de kliffen benadert langs het Klippenrandweg zie je al op afstand de Jan-van-genten overvliegen, met of zonder nestmateriaal.
Het is een leuk schouwspel. Begin juni zijn de Jan-van-genten volop bezig met hun eerste legsel uit te broeden en groot te brengen en ze blijven ook ijverig bezig met het aanvullen van de nesten met extra nestmateriaal.
Hier word je wel geconfronteerd met het afval afkomstig uit de zee. Wat de mens weggooit of verliest in de zee, gebruiken de vogels als nestmateriaal. Dit komt dan ook weer dubbel zo hard aan wanneer je een dode vogel opmerkt langs de kliffen, verstrikt geraakt in een net. Er is schoonheid, bruisend leven, maar ook dood, zij het natuurlijk of door toedoen van de mens. We kunnen er niet omheen kijken.
Jan-van-gent (Morus bassamus)
De witte gestroomlijnde slanke zeevogels met lange smalle vleugels en zwarte vleugelpunten (primaire slagpennen) zijn onmiskenbaar. Het is pas tijdens het broedseizoen dat de goudgele kop de felste kleur is. Wanneer je de kop van dichtbij bekijkt, kan je niet anders dan verliefd worden op deze prachtige combinatie van sprekende ogen met zwarte pentekeningen op de kop.
De broedplaatsen zijn tot op korte afstand benaderbaar, maar vragen natuurlijk het nodige respect van onze kant. 
Wanneer Jan-van-genten volop bezig zijn met het broeden van het ei, houden ze deze stevig vast met hun grote sterke zwemvliezen. Zij houden het bruin gespikkeld ei warm en beletten zo dat het wegrolt van de klif. Het broedseizoen start meestal vanaf mei, met maar één ei-legsel. Wel hergebruiken ze het nest, wat na enkele jaren flink aangroeit met materiaal uit de zee.
De kuikens zijn volledig grijs en zijn pas vliegklaar na 90 dagen. Wie in juli op bezoek gaat, zal de kuikens in hun grijsbruine kleed zien.
Pas na vier jaar zijn de juvenielen geheel wit.
Op zee zijn deze wit gestroomlijnde vogels eerder zwijgzaam, maar je zal hun luide en rauwe klanken des te luider horen weergalmen vanop de rotsen. Daar maken zij het liefst kabaal om een plekje te veroveren op hun kleine broedplaatsen. Het is een erg leuk schouwspel om hun verschillende gedragingen door elkaar te kunnen waarnemen: zorgen voor het ei, de partner begroeten, nestmateriaal aanbrengen, uitvliegen op zoek naar eten, indringers verjagen…Het leven zoals het is op Helgoland !
Alken (Alca torda) en Zeekoeten (Uria aalge)
Op het eerste zicht hebben de zeevogels de Alk en de Zeekoet, veel weg van een kleine pinguin. Het is dan ook geen toeval dat de Franse benaming voor Alk "le petit pingouin" is.
De verschillen tussen de twee soorten zijn het best waar te nemen op dit eiland. De Alk omwille van zijn snavel en de Zeekoet omwille van zijn houding en vorm. Ze vliegen tegen hoge snelheid vlak boven een wateroppervlak en zijn dan ook moeilijk te onderscheiden als je ze op afstand bekijkt.
Alken en Zeekoeten zijn, net als de Jan-van-genten, kolonievogels en broeden op de smalle richels van de rotsen. Ook deze twee soorten leggen enkel 1 ei tijdens het broedseizoen.
Een groot onderscheid tussen de twee soorten is de snavel. Bij Alken is deze meer hoekig, terwijl die van de Zeekoet spits is.
Een ander onderscheid tussen de 2 soorten is de kleur van kleed. Alken hebben een zwarte rug en kop, Zeekoeten zijn chocoladebruin.
Alken zijn langs de Noordzeekust veel schaarser dan Zeekoeten. Op Helgoland kan je gemakkelijk een duizendtal Zeekoeten spotten, terwijl Alken behoorlijk in de minderheid liggen met een 500-tal.
Alken staan dan ook op de Rode Lijst (IUCN) als “Bijna Bedreigd”.
“Wat heb ik juist in beeld?”
Terwijl we de Zeekoeten en Alken bewonderden langs de kliffen, stonden in de buurt enkele dames die broedende Zeekoeten aan het fotograferen waren. Plots riep één van de dames: “ik heb een Brilzeekoet in beeld”.
Mijn oren spitsten meteen bij het horen van deze vogelsoort. “Wat…?”, dacht ik bij mezelf. De andere twee dames kwamen de zeldzame vogel met groot enthousiasme bewonderen. Die moest ik natuurlijk ook van naderbij gaan bekijken. Nadat ze de zogezegde Brilzeekoet had aangewezen, moest ik haar teleurstellen en uitleggen dat het om een Zeekoet gaat in volwassen zomerkleed. Deze soort zeekoeten komen van iets noordelijker en hebben in hun zomerkleed een witte fijne lijn rond het oog, als een soort bril. 
De verwarring met een Brilzeekoet (Cepphus carbo) was dus niet verrassend. Maar… de Brilzeekoet komt voor aan de noordoostelijke kust van Azië (Rusland, Noord-Korea en Japan).
De Nederlandse dames waren wat teleurgesteld dat een jonge Belg hun “zeldzame” zeekoet minimaliseerde naar een ondersoort, maar juist is juist.
Als amateur natuurfotograaf vind ik het belangrijk om te weten naar wat je kijkt of wat je in beeld wilt hebben. Als je geen idee hebt naar wat je kijkt, bestaan er tegenwoordig voldoende bronnen om de correcte informatie te bekomen. Dat is toch het leukste aan vogels kijken.
Vergissen is menselijk, maar het is belangrijker om te leren uit de vergissingen.
Dit is een leuke vergelijking tussen een Zeekoet (links) en een Alk (rechts)
Dit is een leuke vergelijking tussen een Zeekoet (links) en een Alk (rechts)
In het midden zie je een "gebrilde" zeekoet en geen Brilzeekoet ;-)
In het midden zie je een "gebrilde" zeekoet en geen Brilzeekoet ;-)
Niet zo trots op deze foto, maar toch een Zwarte Zeekoet gespot. Let op de rode poten en de grote witte vlek op de vleugels.
Niet zo trots op deze foto, maar toch een Zwarte Zeekoet gespot. Let op de rode poten en de grote witte vlek op de vleugels.
Een Brilzeekoet. Dit is geen persoonlijke foto - Door Eliezg - Eigen werk, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3224607
Een Brilzeekoet. Dit is geen persoonlijke foto - Door Eliezg - Eigen werk, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3224607
Drieteenmeeuwen (Rissa tridactyla)
Meeuwsoorten onderscheiden is voor mij tot op heden nog een groot werkpunt. Doordat we in het Haachtse enkel Kokmeeuwen (Chroicocephalus ridibundus) of Kleine Mantelmeeuwen (Larus fuscus) op de akkers zien, is het aanbod aan soorten ter vergelijking dus heel beperkt.
Het onderscheiden van Drieteenmeeuwen van andere meeuwensoorten is daarentegen zeer gemakkelijk.
Deze middelgrote slanke meeuw oogt alvast vriendelijker dan de meeste meeuwsoorten, dankzij het lieflijke kopje.
Je kan ze meteen herkennen aan de zwarte poten en de witte fijne kop met een kleine gele snavel. Het zijn slanke meeuwen met grijze rug en een iets gevorkte staart, die mooi opvalt tijdens de vlucht.
De juvenielen hebben een kleine, donkere oorvlek en een zwarte halve kraag met grijze rug. 
Wanneer zij overgaan naar het winterkleed verandert die zwarte kraag naar een grijze achterkop.
Ze broeden direct aan zee of althans in de onmiddellijke omgeving ervan. In tegenstelling tot de andere uitgelegde soorten, broeden zij één tot drie eieren per broedseizoen. Juni is een leuke periode om te gaan omdat dan de meeste Drieteenmeeuwen volop hun kuikens grootbrengen.
Op Helgoland werd in mei ‘23 meer dan 2.500 exemplaren geteld.
Dit is pure Drieteenmeeuw voyeurisme!
Dit is pure Drieteenmeeuw voyeurisme!
Tussen de broedende Drieteenmeeuwen zie je een pullus op het nest.
Tussen de broedende Drieteenmeeuwen zie je een pullus op het nest.

Je kan ook volgende artikels lezen

Back to Top