De Wielewaal in Haachts Broek

Eén van de meest kenmerkende zomergasten in het Haachts Broek is toch ongetwijfeld de prachtige Wielewaal (Oriolus oriolus). Het is ook de enigste tropische zangvogel uit de familie “Oriolidae” (Wielewalen en Vijgvogels) die in Europa nestelt.
Elk jaar is het spannend afwachten op de eerste zang van de Wielewaal tijdens de periode april / mei.
In het Haachts Broek zijn de populierenbossen de vaste plek om hen te horen zingen (lees verder bij “Biotoop en leefwijze”).
Met het liedje in het hoofd “Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken we de Wielewaal”, ga ik ochtend en avond op pad.
De komst van de Wielewaal in het Haachts Broek situeert zich telkens begin mei, maar dit jaar was het bang afwachten. De eerste weken was er geen zang te horen. Vorig jaar werd hij het vroegst gehoord op 09/05/2020.

Geluid: Roep en zang Wielewaal - copyright Hannu Jännes & Owen Roberts

De eerste verschijning van de Wielewaal aan zijn nest - © Thierry De Bock
De eerste verschijning van de Wielewaal aan zijn nest - © Thierry De Bock
Het voederen van de jongen - © Willem Vannoten
Het voederen van de jongen - © Willem Vannoten
Dit jaar was het aanzienlijk later, meer bepaald op 27/05 werd het eerste exemplaar gehoord. De adrenaline-kick bij deze enthousiaste schrijver bereikte weer een hoogtepunt.
Tussen de twee populierenbossen werd er zelfs niet één paar gemerkt, maar duidelijk twee paar. Op een goede ochtend hoorde je een zangstrijd tussen twee zangposten. Onze vreugde, binnen het kleine groepje lokale vogelspotters, werd extra beloond wanneer één van onze vogelspotters, Willem, het bijzondere nest van de Wielewaal opmerkte. Na enkele weken observatie van het nest, op afstand weliswaar zodat het broeden niet werd verstoord, merkten we de eerste voedermomenten van de jongen. Door middel van de telescoop zagen we drie bekjes boven het nest uitkomen. Uit overweging om zo min mogelijk verstoring van het nest, werd er besloten om de waarnemingen te “vervagen”. Na de eerste meldingen van nestindicerend gedrag, kregen we meldingen van personen met de vraag naar de exacte locatie van het nest. Beter niet! Dit wordt bevestigd wanneer we de vraag krijgen van een persoon uit Oost-Vlaanderen, die beweert passioneel vogelwaarnemer te zijn. Bij nazicht van zijn profiel treffen we enkel de Zwarte Kaai op zijn lijst, waarvan je de waarnemingen op één hand kan tellen. Na verder onderzoek komen we zelfs op een advertentie  2dehands.be dat het gaat om een handelaar in vogels.
Al dat geluk en vreugde werd ons jammer genoeg een halt toegeroepen, wanneer we tijdens de zomer overstelpt werden door hevige en constante regenval. Net zoals bij vele soorten betekent dit een negatieve impact op het grootbrengen van jongen. Zeker voor de Wielewaal, dewelke als warmteminnende soort gevoelig is voor koud en nat weer.
Doordat Wielewalen maar één broedsel leggen per jaar, is dus altijd bang afwachten op het broedsucces. Het is erop of eronder.
Wat betreft het tweede koppel in Haachts Broek is er geen weet van een nest en gezien de hevige regenval, gaan we er ook van uit dat er bij dit koppel ook geen geslaagd broedsel was dit jaar.
Het is dus elk jaar bang afwachten door het veranderde klimaat wat de Wielewaal gaat doen.
De enige voor de hand liggende beschermingsmaatregel is het in stand houden en creëren van geschikte leefgebieden: grote oppervlakten van vochtige loofbossen, in de omgeving van hoogstamboomgaarden.

Wielewaal vrouwtje bij het nest - © Johan Denonville

Herkenning
Zich laten zien is niet hun sterkste kant, maar hun lied vrolijkt de start van het broedseizoen op en klinkt als muziek in de oren bij elke vogelliefhebber.
Toch kunnen we duidelijk zijn tropische invloed merken in zijn kleuren.
Het mannetje is levendig gekleurd in een zwart-geel verenkleed, rode ogen en snavel.
Daarentegen zijn het vrouwtje en juveniel minder opvallend en hebben meer camouflagekleuren. Een geelachtig-groene rug en een grijswitte onderzijde met lengtestrepen. Sommige adulte vrouwtjes kunnen echter zeer gele kleur vertonen met vage strepen in de onderbuik.
Met hun langwerpige grootte (22-25 cm) zijn zij zo groot als de merel, maar slanker gebouwd.
Mannetjes komen vroeger aan in de broedgebieden dan de vrouwtjes (gemiddeld een week) en maken hun aanwezigheid meteen kenbaar door middel van hun zang. Een steeds herhalende melodieuze fluittoon “wiela-wie-joe” of “duudeljo”. De zang van de Wielewaal is een duidelijke onomatopee of klanknabootsing van zijn naam. Soms laat deze vanuit een boom een scherp, krassend ‘shrèè’ horen, dat ons vaak doet denken aan een Gaai met een verkoudheid.
Biotoop en leefwijze
Zijn voorkeur gaat uit naar alluviale bossen.
Dit zijn plaatsen waar rivieren of beken voedselrijk sediment hebben afgezet en waar een rijke onderbegroeiing sterk aanwezig is.
Gezien deze specifieke biotopen minder voorkomen in Vlaanderen, zijn oude populierenbossen, hoogstamboomgaarden en grote, oude parken een goed alternatief. Daarnaast vertoeft hij graag in riviergebieden. Door de combinatie van deze biotopen zijn gebieden zoals het Haachts Broek, Werchters Broek en Wijgmaalbroek ideale plaatsen om deze soort waar te nemen.
In de hoge kruinen maken zij een buidelvormig nest aan het uiteinde van de tak. Dit nest wordt gemaakt als een sterk gevlochten mand van grasstengels, bladeren, plantenvezels en repen schors en bekleed met gras, wol en veren.
Hun vlechttechniek doet ons sterk denken aan de Afrikaanse Wevers.
Zij maken elk jaar een nieuw nest, maar wel in de buurt van het oude.
Wielewalen houden zich enkel aan één legsel, uitzonderlijk kan een 2de legsel voorkomen. Het legsel bestaat uit 3 tot 5 witte of zwak rozeachtige eieren met zwarte vlekken. Het leggen van de eieren begint meestal in juni. Na 14 dagen broeden en na ongeveer 2 weken verlaten de jongen het nest.
Mantelzorg is niet ongewoon bij Wielewalen. Het Jong van het vorig jaar draagt zijn steentje bij tot de familie door mee te helpen broeden en het voeden van het nieuwe jong.
Zijn dieet bestaat voornamelijk uit insecten zoals, nachtvlinders en rupsen, spinnen en slakken. De behaarde rupsen van de welgekende processierups is een lekkere delicatesse voor de jongen. Die worden in hun geheel aan de jong gevoederd.
In de nazomer wordt dit aangevuld met de zoete smaak van kersen, bessen en peren.
De voedselsituatie is dus een belangrijke factor voor de Wielewaal. Door de eerder vallende rupsenpiek mist de Wielewaal te vaak zijn kans omdat hij te laat als afstandstrekker in het gebied aankomt.
Dit kan dus één van de oorzaken zijn van de achteruitgang in de laatste 10 tot 15 jaar.
​​​​​​​

Verspreiding van de Wielewaal in de wereld. Rode zone is de aanwezigheid tijdens de zomerperiode, terwijl de roze zone zijn overwinteringsoorden zijn.

Verspreiding en aantal
De Wielewaal komt voor tijdens het broedseizoen (eind april/mei t.e.m. aug/sep) in België en in Nederland.
Zijn voorkomen in Europa strekt zich van het zuidelijke deel van Engeland en Zweden tot aan Zuidwest-Siberië (zie verspreidingskaart).
Eind juli keren zij terug naar hun overwinteringsgebied dat van Centraal naar Zuidelijke Afrika loopt.
Rode Lijst
Wat betreft zijn status op de Rode Lijst van IUCN komt de Wielewaal voor in de categorie ‘niet bedreigd’.
Opmerkelijk is het verschil in categorie met de Rode Lijst van Vlaanderen (bedreigd) tegenover Nederland (kwetsbaar). Dit is dan ook weer duidelijk te merken aan het verschil in broedpopulatie.
Nederland scoort voor de periode 2013-2015 met een populatie van 1.700 t.e.m. 2.900 exemplaren, terwijl Vlaanderen voor de periode van 2013-2018 het moet doen met minder dan de helft (850 t.e.m. 1.450).
Een bezoek aan het KBIN
In november bracht ik een bezoek aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) te Brussel. Het is voornamelijk bekend om zijn gerenoveerd museum met zijn prachtige collectie aan dinosaurussen, maar men vergeet wel eens snel de vele wetenschappers die druk bezig zijn achter de schermen.
In kader van mijn artikel nam ik contact op met curator Pauwels, die me een rondleiding gaf op de werkvloer.
Van zodra we aan de eerste verdieping kwamen, bracht de collectie manager Sébastien een intact bewaard nest van de Wielewaal (zie foto hieronder). Van dichtbij kon ik met mijn eigen ogen de weefkunsten van deze "tropische vogel" bewonderen. Het nest is zo dichtgewoven dat er amper licht doorkomt.
Bij de collectie van de eieren stel ik vast dat er een kleine opening in werd gebracht. Sébastien vertelt me dat dit een standaard werkwijze is om via de opening de inhoud van de eieren leeg te zuigen na onderzoek. De eieren worden nadien bewerkt met een product voor conservatie. De eieren vertonen een prachtig en uniek dalmatiër-patroon. De vele collecties worden geïnventariseerd op soort, plaats en datum. Zo merk ik dat de collectie nog voor de Tweede Wereldoorlog dateert en dat deze vondst uit Sint-Job-in-'t-Goor komt. 
Na bestudering en een fotoshoot van de collectie, brengt het wetenschappelijk duo me verder naar de collectie van de opgezette vogels. Allerlei soorten en aantallen opgezette vogels komt zeer luguber over, maar het blijft een indrukwekkend zicht. Curator Pauwels vertelt me dat de oudste collectie uit 1800 dateert.
De zoektocht naar de collectie Wielewalen verloopt niet gemakkelijk en al snel merk ik dat het niet bij één verdieping blijft. Na het doorzoeken van enkele zalen, treffen we de collectie van opgezette Wielewalen.
Mijn beste lezers, het komt wellicht raar over, maar om zo dicht het verenkleed van deze prachtige dode vogel te bewonderen gaf me toch aanzienlijke warmte. Het is misschien ook raar dat ik deze soort van dichtbij wil bekijken in het instituut, maar om dit zo dichtbij te bestuderen is er geen andere optie.
De opgezette collectie op foto komt van de adelijke verzamelaar, Baron Maximilien de Viron, en werd gevangen in juni 1909. Jammer genoeg kon deze exemplaren dat jaar niet broeden. Hoe jammer dat deze vogel werd gevangen, maar toen was het volle besef van vogelvangsten voor collectie niet zo een hot-topic als nu. Aan de andere kant was dit dé manier om vogels te bestuderen. Toch maar goed dat er op natuurwetenschappelijk niveau veel betere werkwijzen zijn met betere resultaten.
Het gewoven nest van de Wielewaal
Het gewoven nest van de Wielewaal
De collectie eieren
De collectie eieren
Een vondst van meer dan 80 jaar geleden
Een vondst van meer dan 80 jaar geleden
Vrouwtjes Wielewaal
Vrouwtjes Wielewaal
Mannetjes Wielewaal
Mannetjes Wielewaal
Dankwoord
Ik wil in het bijzonder de volgende personen bedanken, Johan Denonville, Willem Vannoten en Thierry De Bock, voor het delen van hun foto's. Als ook mijn dank aan Jens D'Haeseleer met zijn prachtig kunstwerk dat ik met veel plezier toon als hoofdfoto.
Daarnaast gaat mijn dank naar de curator, Olivier Pauwels, en collectie manager, Sébastien Bruaux, bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen te Brussel voor hun warm onthaal bij mijn bezoek aan hun archieven. Dankzij hen kreeg ik de kans om de vele verdiepingen aan collecties van opgezette vogels te bewonderen.
Ook wens ik jullie, mijn lezers, te bedanken na het lezen van mijn eerste artikel op mijn persoonlijke blog.
Ik hoop dan ook dat ik jullie hiermee kan stimuleren om meer de natuur in te gaan op zoek naar leuke waarnemingen en soorten.
Keep on birding!

Je kan ook volgende artikels lezen

Back to Top